Als je niet van garnalen houdt, sla deze post dan maar over. Liefhebbers van garnalen, blijf lezen. Want dit is een gerecht met héél veel garnalensmaak. Ik vond het superlekker, en heb gesmuld van elke hap.
Neem 12-14 tijgergarnalen met koppen en pantsers er nog aan. Haal de koppen en pantsers van de garnalen en doe ze in een grote pan of wok met een flinke scheut olie, ca. 3 el. Bak de garnalen tot ze roze kleuren. Voeg dan 200 ml kokosmelk toe. Breng aan de kook en laat 10 minuten zachtjes pruttelen. Als het te droog wordt, voeg dan een scheutje water toe. Het is de bedoeling dat de smaak van de garnalenpantsers in de kokosmelk trekt. Roer vaak, en druk de koppen plat met een spatel, om zoveel mogelijk van die heerlijke smaak los te krijgen.
Giet het garnalenmengsel door een zeef in een kom. Druk met een lepel zoveel mogelijk vocht uit de garnalenpantsers en gooi ze dan weg.
Verhit olie in dezelfde pan of wok, en voeg ½ el Thaise rode currypasta toe. (Als je van heet houdt, gebruik dan 1 eetlepel curry pasta.) Bak de pasta een minuutje of tot het begint te geuren. Voeg de garnalen toe en bak tot ze roze kleuren. Voeg de kokosmelk toe.
Hak 6 kleine bok choi struikjes in reepjes en doe ze in de pan. Laat 3-4 minuten meewarmen, tot de groente wat zachter wordt, maar nog wel knapperig. Breng de saus op smaak met 1 el vissaus, ½ el citroensap en 2 tl suiker. Proef, en voeg eventueel nog een beetje van een van deze ingrediënten toe, en eventueel een beetje zout.
Serveer met rijst.
QR-code naar boodschappenlijst: | |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten